Pharmacor Poliklinische Apotheek

Pharmacor Poliklinische Apotheek

Header afbeelding

Medische Encyclopedie

Inhoud

siponimod

Siponimod onderdrukt de afweerreacties van het lichaam.

Artsen schrijven het voor bij multiple sclerose (MS).

Wat doet siponimod en waarbij gebruik ik het?

Multiple Sclerose (MS)

Bij multiple sclerose (MS) valt het eigen afweersysteem de beschermende laag rond zenuwen in de hersenen en het ruggenmerg aan. Hierdoor ontstaan ontstekingen en littekens in deze beschermende laag en werken sommige zenuwen minder goed of niet meer.

Verschijnselen
De klachten van MS hangen af van de zenuwen die zijn beschadigd. Vaak begint MS met moe zijn en minder goed zien met één oog. Soms zijn er ook spierkrampen en gevoelsstoornissen, zoals tintelingen. De klachten kunnen in aanvallen optreden (schubs). Na deze aanvallen kan het lichaam de schade van de aanval weer repareren. Na een tijd kan het lichaam soms de schade niet meer (helemaal) repareren. De klachten van MS worden dan erger. Dit heet secundair progressieve MS (SPMS).

Behandeling
MS wordt behandeld door een neuroloog. Met de behandeling probeert de neuroloog nieuwe schubs te voorkomen. Ook probeert de neuroloog ervoor te zorgen dat u uw dagelijkse activiteiten kunt blijven doen. Een van de medicijnen die uw neuroloog kan voorschrijven is siponimod.

Werking
Siponimod remt de werking van sommige witte bloedcellen, deze heten de T-cellen. Deze T-cellen zijn betrokken bij de afweer in het lichaam. Een aantal T-cellen zit in de lymfklieren. Ze verspreiden zich van daaruit naar ruggenmerg en hersenen. Siponimod voorkomt dat deze T-cellen zich verspreiden doordat het zich aan deze T-cellen bindt. Hierdoor wordt de afweerreactie van het lichaam tegen de beschermlaag van de zenuwen minder. U heeft dan minder last van ontstekingsverschijnselen.

Effect
Siponimod kan MS niet genezen. Het kan wel het aantal schubs minder maken en ervoor zorgen dat de ziekte minder snel erger wordt. Het kan een paar maanden duren voor u dit voelt.

Lees meer over multiple sclerose (ms) . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Hoge bloeddruk

    Uw arts zal regelmatig uw bloeddruk controleren.

  • Minder goed werken van de lever

    Meestal voelt u dat zelf niet, maar wordt het in een bloedonderzoek gezien. De arts zal de werking van uw lever regelmatig controleren. Waarschuw uw arts bij een gele kleur van uw huid en oogwit (geelzucht), donkere plas of bleke poep. Deze bijwerking verdwijnt soms vanzelf als u stopt met siponimod.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Trage hartslag

    Dit komt vooral aan het begin van de behandeling voor. De meeste mensen hebben hier na 10 dagen geen last meer van.
    Soms zal uw arts na de eerste dosis uw hart en bloeddruk tijdens een paar uur controleren.

  • Hartritmestoornissen

    U kunt dan last krijgen van plots duizelig worden of even flauwvallen.
    Gebruik dit medicijn NIET als u een van de volgende ziektes heeft: de hartritmestoornis verlengd QT-interval, andere ernstige hartritmestoornissen, waarvoor u medicijnen moet gebruiken.

  • Moedervlekken

  • Maag-darmklachten als misselijk zijn en diarree

  • Duizelig zijn en een zwak gevoel hebben

  • Epileptische aanvallen of trillen

    Mensen met epilepsie hebben kans dat zij meer aanvallen krijgen. Overleg hierover met uw arts.

  • Macula oedeem (ernstige ziekte van het netvlies van het oog)

    Hierbij zwelt het netvlies op en krijgt u een vervormd beeld. Uw arts zal uw ogen regelmatig controleren.
    Deze bijwerking komt vooral in de eerste 3 of 4 maanden voor.
    Raadpleeg uw arts als u een blinde vlek in het midden van uw gezichtsveld heeft. Of als u moeite heeft kleuren en scherpe details te zien.

  • Pijn in de armen of benen

  • Vocht vasthouden in de benen

  • Meer kans op infecties door bacteriën, schimmels of virussen

    Dit komt omdat uw lichaam minder witte bloedcellen maakt. Neem contact op met uw arts bij de volgende klachten: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaasjes in de mond of keel, verkoudheid, griep, steenpuisten of andere huidinfecties.
    Virusinfecties als gordelroos komen vaker voor.
    Zeer zelden kunnen infecties zoals nekkramp (meningitis) optreden.
    Uw arts zal regelmatig uw bloed controleren tijdens de behandeling.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Huidkanker

    Neem contact op met uw arts als u last heeft van huidknobbeltjes, vlekken of wondjes die niet na een paar weken beter worden.  Als u start met dit medicijn en tijdens de behandeling zal uw arts ook uw huid controleren.

  • Ernstige aandoening van de hersenen (deze aandoening heet PML). Waarschuw uw arts bij problemen met de coördinatie, spierzwakte, moeite met zien of spreken en veranderingen in uw persoonlijkheid.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik siponimod gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Sommige vaccins mag u niet gebruiken. Siponimod maakt de werkzaamheid van deze vaccins minder en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft bijvoorbeeld bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht worden om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft bijvoorbeeld influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden?

LET OP: de ziekte multiple sclerose kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Mensen met deze ziekte mogen alleen autorijden als zij voldoende controle over hun bewegingen hebben. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij sommige ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

Alcohol drinken en alles eten?

U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

 

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap

Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Het is mogelijk schadelijk voor de baby.

Vóór de behandeling zal de arts een zwangerschapstest bij u doen om er zeker van te zijn dat u niet zwanger bent. Uw arts kan u vragen om ook tijdens de behandeling zwangerschapstesten uit te voeren.

Tijdens de behandeling en tot 10 dagen daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding

Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

Tabletten om in te nemen

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Neem de tablet in met een glas water.

U kunt de tablet met of zonder eten innemen.

Als u dit medicijn voor het eerst gaat innemen, dan krijgt u een lage dosering. De dosering zal langzaam worden verhoogd tijdens de eerste 5 dagen dat u dit medicijn gebruikt. U krijgt tijdens de eerste 5 dagen een startverpakking van dit medicijn.

Wanneer?

Neem dit medicijn 1 keer op een dag in de ochtend.

Hoe lang?

Uw arts bepaalt hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. De behandeling gaat door zolang het medicijn goed blijft werken.

Het duurt een paar maanden voordat duidelijk is of het werkt. Voelt u na een paar maanden Dat dit medicijn niet genoeg werkt? Overleg dan met uw arts.

Terug naar overzicht